donderdag 9 augustus 2007

Twee soorten: garantiekoopsom of een beleggingskoopsom

De markt onderscheidt twee soorten koopsommen: de garantiekoopsom en de beleggingskoopsom. Kiest men voor een lijfrenteverzekering waarbij de verzekeraar op voorhand garandeert wat op termijn het lijfrentekapitaal wordt, dan heeft u te maken met een zgn. garantiekoopsom. De kapitaalsopbouw is dan sterk gerelateerd aan de rentestand. Kiest men voor een lijfrenteverzekering waarin de koopsom (na aftrek van kosten) kan worden belegd, dan heeft u te maken met een beleggingskoopsom. Bij deze lijfrentevorm geeft de verzekeraar een prognose van het uiteindelijk op te bouwen lijfrentekapitaal. Let wel, het te behalen eindkapitaal staat dan niet vooraf vast, maar is afhankelijk van het te behalen beleggingsrendement.



Uitkering bij overlijden

Een eventuele uitkering bij overlijden vóór de einddatum (waarop het lijfrentekapitaal ter beschikking komt) is een aspect waarop koopsommen van elkaar verschillen. Er kunnen drie vormen koopsommen worden onderscheiden.


Koopsom bij leven

Als de verzekerde gedurende de looptijd van de verzekering komt te overlijden, vervalt de verzekering en worden er geen uitkeringen gedaan. De nabestaanden kunnen geen enkele aanspraak maken op een kapitaal. Uitgekeerd wordt er dus slechts bij in leven zijn op de einddatum.


Koopsom bij leven met restitutie bij overlijden

Als de verzekerde gedurende de looptijd van de verzekering komt te overlijden, keert de verzekeringsmaatschappij de ingelegde koopsom (garantiekoopsom) of een bepaald percentage van de opgebouwde waarde (beleggingskoopsom) uit. Dit percentage bedraagt veelal 90 of 110 %.


Koopsom voor de gemengde verzekering (alleen bij een garantiekoopsom)


Als de verzekerde gedurende de looptijd van de verzekering komt te overlijden, keert de verzekeringsmaatschappij het gehele gegarandeerde bedrag uit dat de begunstigde aan het einde van de looptijd van de verzekering zou hebben ontvangen.


Bron: Independer.nl

Geen opmerkingen: